INHOUDSOPGAVEWat is collimeren eigenlijk?Theoretische achtergrond de optische onderdelen de optische assen collimatiefouten - type 1A fout - type 1B fout - type 2 fout - type 3 fout - type 4 fout Het collimeren inleiding 1. zet de focuser haaks 2. offset de vangspiegel 3. centreer de vangspiegel 4. kantel de vangspiegel 5. Kantel de hoofdspiegel 6. Check de optische as 7. Doe de stertest 8. Check de finder Vangspiegel: offset of niet? Collimatie gereedschap de stip op de hoofdspiegel het kijkgaatje de eenvoudige kijkbuis de kijkbuis met kruisdraad de cheshire de gecombineerde buis de laser collimator de autocollimator het centreermasker Maken van collimatie gereedschap |
Theorie: collimatiefoutenType 1A fout: de optische assen liggen bij het brandpunt met afstand D van elkaar verwijderdHet brandpunt van het oculair ligt wel in het brandvlak van de hoofdspiegel, maar op afstand D van het brandpunt van de hoofdspiegel. Dit is de cruciale fout voor visueel waarnemen. Het beeld van een paraboloide spiegel kan een perfect beeld benaderen vlakbij het brandpunt, maar lijdt aan toenemend coma naarmate het beeld daar verder van verwijderd wordt gevormd. Coma is een optische afwijking die contrastverlies en verlies van resolutie veroorzaakt. Het is ongeveer evenredig aan de afstand vanaf het brandpunt en omgekeerd evenredig aan de derde macht van de f-ratio (brandpuntsafstand hoofdspiegel gedeeld door diameter hoofdspiegel).
Om het gevolg hiervan te kunnen analyseren, moeten we ook rekening houden met het oculair. Elk goed oculair geeft een heel scherp beeld in focus- in en nabij het centrum van het beeldveld. Naar de rand toe geven alle oculairen meer of minder onscherpte, meest als gevolg van astigmatisme van het oculair. Dit ligt dus niet aan de spiegel, maar is beter zichtbaar bij een spiegel met kleine dan met relatief grote f/waarde. Voor de meeste oculairen draagt de coma van de hoofspiegel in veel mindere mate bij aan de (off-axis) onscherpte dan het oculair astigmatisme. Als echter het brandpunt van de hoofdspiegel in het brandvlak naast het brandpunt staat van het oculair, zal er ook in het centrum van het beeldveld coma optreden, waardoor het beeld minder scherp is dan mogelijk zou zijn, speciaal in het geval van hoge vergrotingen die vaak worden gebruikt om subtiele details op planeten waar te nemen. De 'sweet spot' van het beeldveld rondom de optische as, waar coma weinig of geen effect heeft, is verrassend klein. Ook hebben grote spiegels geen grotere sweet spot dan kleine. De diameter van de sweet spot wordt uitsluitend bepaald door de f/waarde van de spiegel. In onderstaande tabel staan de waarden (diameters) waarbij de vertekening door coma een waarde van 1/14 lambda RMS bereikt, wat ongeveer gelijk is aan de daling van de Strehl ratio met 0.2 (dit komt ongeveer overeen met het Raleigh criterium van 'diffraction limited'). Aan de rand van de sweet spot zal coma onder onder goede atmosferische seeing kunnen worden opgemerkt, maar binnen de helft van die diameter kan het waarschijnlijk niet meer gedetecteerd worden. Duidelijk is, dat collimatie bij spiegels met een lage f/waarde, gewoonlijk zijn dat grote spiegels, qua collimatie veel kritischer zijn dan spiegels met een hoge f/waarde. Voor delicate details op planeten is het goed te streven naar een nauwkeurigheid van 1/4 van de in de tabel weergegeven waarden. Voor een grote Dobson, die veel meer door seeing gelimiteerd zal worden, zal 1/3 tot 1/2 van de waarden gewoonlijk volstaan.
Als je een stip op de hoofdspiegel hebt die op afstand D ligt van het werkelijke optisch centrum en met behulp daarvan goed collimeert, is de type 1A fout (= de helft van de waarden in de tabel) de helft van die afstand: D/2.
Go to: main menu
Go to: A 20 inch f/3.6 computerized Dobsonian Email to: Jan van Gastel |